Grondgebruik


Voor we kijken wat het grondgebruik is rond Workum, moeten we eerst kijken in wat voor soort gebied Workum ligt. Welke gronden komen er voor? Het grondgebruik hangt natuurlijk nauw samen met de soort bodem. En die bodem verschilt in Zuid-West Friesland nogal. Laten we eerst eens kijken naar de hoogteligging.
Ten zuiden van Workum kent het land grote verschillen in maaiveldhoogte. In het zuiden van Gaasterlân is het maaiveld het hoogst gelegen. Het hoogste punt is NAP +12,7 m. Het maaiveld is het laagst rond de meren, waarbij de laagste delen nabij De Fluessen en in het westen van het gebied een maaiveldhoogte hebben van NAP -2,0 m.

In de polders varieert de maaiveldhoogte van NAP -0,5 m tot -3,0 m. Afhankelijk van de aanwezigheid van veen in de ondergrond lopen de hoogteverschillen in de toekomst steeds verder op. Indien het veen in de ondergrond wordt blootgesteld aan zuurstof, verdwijnt het en klinkt de bodem in. Hierdoor daalt de bodem langzamerhand steeds verder en nemen verschillen in maaiveldhoogte steeds verder toe. Dit proces wordt aangeduid met maaivelddaling.

 

Rond Workum bestaat het gebied vooral uit kleigrond. In het westen bestaat het gebied uit vaaggronden, van zavel tot zware klei. De gronden zijn deels verveend en deels niet verveend, kennen een geringe drooglegging en bestaan verder uit boezemlandjes en hoogwatertracés. In de diepste polders is het veen reeds geheel geoxideerd.
De hoge zandgronden, centraal en in het zuiden van het gebied, worden gekenmerkt door keileem, dat niet vlakdekkend aanwezig is, met daarop een zandige bovenlaag. De sloten kunnen droogvallen doordat ze niet in direct contact met grondwater staan. De gebieden zijn hellend waardoor het water overwegend wordt afgevoerd onder vrij verval.
In het oosten bestaat het gebied uit veen op klei of veen op zand. Hier liggen ondiepe polders en diepe droogmakerijen met lokaal hogere zandopduikingen en keileemruggen. Er is lokaal veel variatie in maaiveldhoogte. Afhankelijk van de aanwezigheid van veen is het maaiveld lokaal gedaald tot onder boezempeil.

In het overgrote deel van het gebied rond Workum wordt landbouw bedreven. Gras met maïs in wisselteelt komt hierbij het meeste voor. Op kleine schaal kome andere akkerbouwvormen voor. Specifieke vormen van grondgebruik zijn agrarische gras, bietenteelt, maïs en gras in primair bebouwd gebied. Voor een afbeelding met legenda, klik op de afbeelding hiernaast.

Tusse Workum en het IJsselmeer ligt It Griene Strân. Op het landbouwbedrijf worden akkerbouw en tuinbouw gewassen verbouwd. De akkerbouwgewassen zijn aardappels en granen. De tuinbouw gewassen zijn vele verschillende soorten groentes voor de verkoop in de winkel, webwinkel en verkooppunten in de regio Fryslân. De groenteteelt omvat vooral verse groentes, enkele tientallen verschillende soorten, vanaf het voorjaar tot en met de herfst.